Wapen je tegen teken.

Nu de zomer in het land is, trekken we weer massaal naar buiten. Een picknick in de schaduw van een boom, met een boekje in het park, of gewoon luieren in het koele gras, POTS-vriendelijke activiteiten genoeg. Maar met de zwoele temperaturen zijn ook de teken terug actief. Die kunnen drager zijn van ziekteverwekkende bacteriën. Ze veroorzaken ziekten als Lyme en Bartonella. Maar wist je dat ze in zeldzame gevallen ook dysautonomie kunnen uitlokken? 

Parasieten

Teken zijn spinachtige parasieten. Ze houden zich voornamelijk op in lang gras en struikgewas. Ze worden aangetrokken door de geur van passerende mensen of dieren. Wanneer ze de kans krijgen zullen ze zich in de huid van hun slachtoffer vastbijten waar ze bloed van hun gastheer opzuigen. Op die manier kunnen ze schadelijke bacteriën overbrengen.

Dysautonomie

De symptomen van een infectie met dergelijke bacteriën zijn zeer divers. Het zijn in eerste instantie vaak ‘griepachtige’ verschijnselen, met hoofdpijn, koorts, spier- en gewrichtspijn en vermoeidheid als voornaamste klachten.  Wanneer de infectie onvoldoende behandeld wordt, of wanneer men daar om nog ongekende redenen gevoelig voor is, kan zo’n besmetting echter leiden tot chronische klachten. In veel gevallen gaat het om dysautonomie, met POTS als meest voorkomende vorm.

Preventie

Elke POTSie zal het beamen: Dysautonomie is geen pretje. Preventie van tekenbeten en correct handelen wanneer je toch wordt gebeten zijn dan ook aangeraden. Volg dus wanneer je in contact komt met de natuur, waar trouwens ook de tuin toe behoort, steeds een aantal eenvoudige aanbevelingen.

Voor je vertrekt

• Bedek de huid. Zorg dat teken jouw huid niet vinden. Draag hiervoor lange mouwen en een lange broek, eventueel in je sokken gestopt.
• Smeer onbedekte huid in met een insektenwerend middel zoals DEET. Bedenk dat deze stof giftig is, en in sommige gevallen, zoals bijvoorbeeld bij zwangerschap, niet mag worden gebruikt.
• Zorg dat je een scherp pincet of een tekenverwijderaar bij hebt en een ontsmettingsmiddel zoals in alcohol gedrenkte doekjes.

Onderweg

• Vermijd contact met lang gras en struikgewas. Ga niet kamperen of uitrusten aan de bosrand of omheiningen waar veel struiken staan en ook dieren passeren. Blijf op de paden.
• Controleer af en toe je kledij en huid op teken. Vooral op lichtgekleurde stof zijn ze goed zichtbaar.
• Volg de aanwijzingen op de bijsluiter van de insektenwerende middelen. Herhaal indien nodig de behandeling. Ze beschermen maar gedurende enkele uren.

Terug thuis

• Controleer nauwgezet de volledige huid op de aanwezigheid van teken. Kijk ook goed in huidplooien, tussen tenen en vingers, en op de hoofdhuid.
• Gooi kleren onmiddellijk in de was. Was ze bij voorkeur op een hoge temperatuur en/of stop ze in de hete droogkast.
• Neem een bad of douche om eventueel aanwezige teken te verwijderen vooraleer ze zich kunnen vastbijten.
• Vergeet niet om je huisdieren te controleren.

Toch gebeten?

• Tref je toch een teek aan op je huid, verwijder hem dan voorzichtig. Neem hem met een pincet of tekenverwijderaar vast bij de kop, en trek hem er in 1 ruk uit. Vermijd vooral duwen op het lichaam van de teek aangezien je dan zijn speeksel, wat de bacteriën bevat, in je huid perst. Gebruik ook nooit ontsmettingsmiddel of zeep op de teek zelf maar ontsmet achteraf wel het wondje.
• Houd na het verwijderen van de teek de plaats van de beet gedurende enkele weken in de gaten. Wanneer je een rode, ringvormige vlek ziet verschijnen, of wanneer het wondje na een week niet geneest, ga dan naar de huisarts. Ga ook naar de huisarts wanneer je griepachtige klachten krijgt, onafhankelijk van of je al dan niet een vlek zag verschijnen.
• Meld de opgelopen tekenbeet bij Tekenradar (Nl) of bij Tekennet (Be). Hiermee help je het onderzoek naar de verspreiding van teken in onze landen.